Nooit, maar dan ook nooit, had ik verwacht met eieren bekogeld te worden op Madonna’s Isla Bonita. Ja, dat lees je goed: in San Pedro slaat iemand een ei kapot op mijn hoofd…
Hét backpackersparadijs in Belize is Caye Caulker. Dat was het al toen ik in 2013 door Centraal Amerika reisde, en in 2018 is dat niet anders. Het eiland heeft de uitspraak ‘Go Slow’ tot een kunst verheven.
“Het is er stom. Er zijn alleen maar oude mensen en er is niks te doen”, vertelt een Nederlandse jongen me vol overgave. Voor de zekerheid boek ik dus maar één nachtje in Placencia, Belize. En zodra ik er ben, boek ik direct een nacht bij.
De reisboeken omschrijven Hopkins als één van de meest toeristische bestemmingen van Belize. En dat is ook wel zo. Maar toeristisch Belize is een compleet andere ervaring dan toeristisch Mexico. Geen massatoerisme, geen Westerse ketens, geen cruiseschepen en geen haast. Heerlijk!
Eerst denk ik nog dat het mensen zijn. Dat in de verte wat mensen naar elkaar rare geluiden maken. Maar het geluid houdt te lang aan voor een grapje. Het is een diepe, luide brul. Hier in de jungle van de Maya stad Lamanai ben ik omgeven door brulapen. Zo tof! Wil jij dit ook meemaken? Ik leg je uit hoe je er komt.
Nog maar een handjevol toeristen hebben de weg naar het noorden van Belize gevonden. Wil je off the beaten track, dan vind je dat absoluut hier. Ik beland in het slaperige vissersdorp Sarteneja en leer het kennen door de verhalen van de inwoners.
Ik heb moeite Orange Walk in Belize te typeren. Een mooie volzin om het karakter van de stad te omschrijven, heb ik simpelweg niet. Het is een plek waar dingen samenkomen die niet bij elkaar horen. De traditionele Mennonieten, een marihuana voorliefde en een rijk Maya verleden hebben allemaal een thuis in deze droge, stoffige stad.
Vanuit het Mexicaanse Bacalar wil ik door naar Corozal in Belize. Er zit zo’n 50 kilometer afstand tussen, maar het is toch een hele onderneming. De informatievoorziening over hoe ik dit het beste kan doen, is op z’n minst verwarrend te noemen.
Als ik de hotelmanager in Bacalar (Mexico) vertel dat Corozal (Belize) mijn volgende stop is, kijkt ze me vragend aan. Wat ga ik daar in godsnaam doen? Een vraag die ik mezelf nog een paar keer stel als ik vooral pensionado’s en potentieel foute mensen tref in Corozal Town.