fbpx

Laatste update: 1 juli 2021

Een politieagent kijkt zo streng dat ik me een ondeugend kind van zes voel. Ik heb officiële documenten op zak die bewijzen dat ik legaal naar Iquitos mag reizen (want daar wacht hopelijk een vlucht naar huis). Bij het checkpoint op de route word niet alleen ik flink onder de loep genomen, ook de Peruaanse vriend zonder officiële papieren. Gevaarlijke avonturen, mompelt hij steeds. 

Wees gewaarschuwd: dit is een lang verhaal.
Dus pak een kopje thee, trek een reep Tony uit de kast, maak popcorn en ga er lekker voor zitten. 

Sinds 16 maart zit ik vast in de jungle in Peru. Van de ene op de andere dag is reizen niet langer mogelijk. Daar waren al wat voortekenen van een paar dagen daarvoor, maar omdat ik volledig offline was tijdens mijn ayahuasca avontuur heb ik dat helemaal gemist. En zo wordt mijn verblijf in de jungle verlengd tot een nader te bepalen datum. Die datum wordt 1 april.

Ik krijg op 29 maart via de Oostenrijkse ambassade een salvoconducto. Dat zijn officiële documenten met toestemming om me van Nauta naar Iquitos te verplaatsen. Waarom van de Oostenrijkse ambassade en niet de Nederlandse? Alle Europese ambassades werken samen aan de terugkeer van gestrande toeristen. Er zijn een aantal transport hubs aangewezen, waar Iquitos er eentje van is. Toevallig bevindt de Oostenrijkse ambassadeur zich in Iquitos en hij heeft de uitdaging op zich genomen om een vlucht naar Lima te regelen. Of toch naar Santiago de Chile, omdat dat misschien makkelijker is? Ondersteund door twee vrijwilligers probeert hij een luchtvaartmaatschappij zo ver te krijgen, de Peruaanse autoriteiten te beïnvloeden en ondertussen de stortvloed van vragen van de reizigers weg te werken.

“Even” vervoer regelen naar Iquitos

Met zo’n salvoconducto kan ik dus zonder problemen vanuit de jungle naar Iquitos reizen. In theorie, want de praktijk ligt wat anders. In de jungle heb ik nauwelijks contact met andere mensen omdat we zo afgelegen zitten en is het heel lastig om vervoer te vinden.

Ten eerste is het lastig een besluit te nemen over wat een slimme actie is. Kan ik het beste nog een nachtje in de jungle blijven, of moet ik juist per direct naar Iquitos? Nieuwtjes horen we via via, wat ook vaak betekent dat er niks van klopt. De data op onze mobieltjes is vaak zo slecht dat we nauwelijks een website open krijgen. Tussen 5 en 7 uur in de ochtend heb ik de beste kans om mails te openen en beantwoorden, daarna wordt de verbinding met de minuut slechter. De mails van de ambassade, zowel de Nederlandse als de Oostenrijkse, klinken hoopvol, maar zijn onzeker. Om in Wie is de Mol-taal te spreken: niets is wat het lijkt. Het ene moment zegt de Peruaanse regering mee te werken aan een vlucht, het volgende moment wordt de toestemming ingetrokken. Frustrerend en verwarrend.

Dit betekent ook dat potentiële reisgenootjes in de jungle continu van gedachten veranderen. Dan weer wel mee, dan weer niet. Dat maakt het plannen nogal lastig.

Daarnaast ligt officieel al het vervoer in Peru stil. Rond de markttijden in Nauta rijden er weliswaar mototaxi’s mensen op en neer naar de markt en hun huis, maar daarbuiten nauwelijks. En zeker niet naar verre bestemmingen. Er is zo’n 100 kilometer te overbruggen tussen Nauta en Iquitos. Dat is niet alleen wat minder comfortabel in een mototaxi, maar de bestuurders willen ook geen risico lopen. Niemand zit natuurlijk te wachten op een boete, gevangenisstraf of de kans vervolgens niet meer terug te kunnen naar Nauta.

Via via krijg ik een telefoonnummer van iemand die nog wel mensen vervoert. Na een langdurig gesprek via Whatsapp in Engels en Spaans waarin die jongen alsmaar geen prijs wil noemen, blijkt hij uiteindelijk de hoofdprijs te vragen. De route, waar je normaal gesproken 10 sol voor betaalt met een gedeelde taxi, wil hij wel afleggen voor 400 sol per persoon. Dit is niet het moment om moeilijk te doen over geld, zelfs al voelt het als ontzettende afzetterij. Maar ik besluit geen gebruik te maken van zijn diensten omdat hij me niet kan overtuigen dat hij zelf de juiste papieren op zak heeft. Dan is het een illegaal transport en is het risico me te groot.

The great escape

Op 1 april in de ochtend wil ik samen met een paar andere junglebewoners naar Nauta om inkopen te doen op de markt en ik wil graag een agent spreken. Ik wil weten hoe ik in Iquitos kom. Voor vertrek vraag ik nog even bij de shipibo familie waar ik verblijf of zij niet iemand kennen met een mototaxi. Misschien dat ik via de ambassade wel papieren voor die persoon kan regelen zodat hij ook weer gewoon veilig terug kan naar zijn huis. De zoon van de sjamaan (ik noem hem vanaf nu hermano) is die nacht ervoor uit Iquitos teruggekeerd via een sluiproute door de jungle om de checkpoints te ontwijken. Hij pleegt een telefoontje en roept me dan toe dat we over een half uur vertrekken.

Whuttttt? Nu? Echt? Okay! Ik pak mijn spullen, inclusief natte wasgoed (once again ging het regenen direct nadat ik mijn was had gedaan in de rivier). Ondertussen komt de regen met bakken uit de lucht. Het regent zo bizar hard dat er overal riviertjes ontstaan. Ik heb totaal geen vertrouwen in de regencovers van mijn backpack en rugzak, dus ik maak een constructie van een vuilniszak en het plastic van een grootverpakking toiletpapier. Snel even iedereen die al wakker is een knuffel geven, en gáán!

Ingepakte bagage voor vertrek

Checkpoints en vervoerwissels

Ik denk op dat moment nog dat er iemand aan het eind van het junglepad staat te wachten om me legaal en soepeltjes naar Iquitos te brengen. Niet dus. Vanuit de jungle lopen we verder naar de markt om daar een mondkapje te kopen. Dat is in Peru verplicht. Deze ochtend merk ik ook voor het eerst iets van de vijandigheid richting Westerse mensen, hoewel heel mild. Een marktverkoopster ziet me en roept ‘gringo’ richting een kennis en kijkt me vuil na. Daar blijft het bij. Bij de markt vinden we een mototaxi die ons net uit het zicht van de eerste politiecontrole afzet. De jongen durft ons niet dichterbij te brengen. En zo gaan we dus lopend de eerste controle door. Mijn salvoconducto wordt goed bestudeerd met een strenge blik. Mijn chaperonne kletst zichzelf door de controlepost heen en we vervolgen onze reis te voet.

Het regent nog steeds, het is inmiddels een uurtje of 9 in de ochtend, mijn backpack wordt steeds zwaarder en we hebben nog ruim 90 kilometer voor de boeg terwijl de avondklok om 4 uur in de middag in gaat. Gaan we dit serieus allemaal lopen? Hoe dan?!? Mijn hermano verzekert me dat er mototaxipiraten zijn die ons gaan helpen. Dit zijn mannen die stiekem toch mensen tussen de controleposten vervoeren. Al redelijk snel vinden we de eerste die ons tot vlak voor het volgende checkpoint brengt. Officieel voor 10 sol, maar wij komen met ons kleingeld tot 6,50 sol. Oeps, sorry!

Het tweede checkpoint geeft ons meer gedoe. Mijn document wordt niet eens bekeken, dat lijken ze wel best te vinden. Ik ben een beetje bang dat m’n hermano niet verder mag en dat ik alleen verder moet. Mijn hermano wordt grondig ondervraagd op dreigende toon. En terecht eigenlijk, hij moet papieren hebben. Wat hij nu doet mag absoluut niet. Hij is trouwens niet de enige. Er zijn best wat mensen op de been. Naarmate we dichter bij Iquitos komen, zijn er steeds meer mensen onderweg. Ik weet natuurlijk niet of ze wel of niet papieren hebben, maar het lijkt me sterk. Dit gedrag (onder andere) heeft er ook toe geleid dat de avondklok in deze regio al om 16 uur ingaat. In andere regio’s is dat 18 uur. Mensen lappen hier simpelweg de regels aan hun laars. Gezien de gezaghebbers zijn om te kopen, is dat ook eigenlijk niet zo gek.

Het lukt! We mogen verder. Nog steeds te voet en nog steeds in de regen. Ik heb m’n regenjas inmiddels uitgetrokken omdat het idioot warm is en het zweet me meer irriteert dan de regen. Ik ontdek ook dat ik mijn shirt in de haast binnenstebuiten heb aangetrokken. Oh well… dat is echt the least of my worries nu. We vinden een nieuwe lift: een soort mototaxi-aanhanger. Er zit al een gezin met drie kinderen tussen gepropt. Wij vinden een plekje tussen de planken en etenswaren. Het is ongemakkelijk want we moeten balancerend op het randje voorover gebogen zitten. Ik ben allang blij dat die backpack even van mijn rug af is. Na zo’n twintig minuten moeten we er weer uit. De man rijdt niet verder. Te gevaarlijk.

Dus we wandelen weer verder. Onderweg vinden we een klein afdakje waar we even uitrusten en een paar crackers eten. We gaan op weg naar het volgende dorp in de hoop daar weer een mototaxi te kunnen vinden. In de verte horen we achter ons een mototaxi aankomen. Mijn hermano staat midden op de weg te zwaaien om ‘m aan te houden. We mogen mee. Ik voel mee met de man in pak die er al in zit. Hij krijgt twee natte, bezwete reisgenoten. We reizen mee tot het dorp en regelen daar een mototaxi die ons tot de eerste controle in Iquitos zal brengen. Af en toe zwenkt hij bijna de weg af, plassen ontwijken is hem vreemd en zijn mototaxi lijkt zo nu en dan wat onderdelen te verliezen. Hermano en ik wisselen af en toe wat veelbetekenende blikken uit.

Vlak voor de politiecontrole in Iquitos stappen we weer uit en zoeken een volgende mototaxi die ons de stad inbrengt. Deze agent is nors en onvriendelijk. Mijn salvoconducto is onze redding. En zo kom ik eindelijk aan bij mijn verblijfplaats in Iquitos. We doen in totaal ruim zes uur over deze hele onderneming. Een stukje wat normaal zo’n twee uur zou moeten duren. Mijn hermano zet me netjes af en gaat op weg naar zijn gezin in de stad. Hij hoopt nog de volgende dag naar Nauta terug te kunnen en zijn gezin mee te nemen. Inmiddels weten we dat dat niet meer gaat. Hij is voorlopig veroordeeld tot Iquitos.

Mi casa es su casa

Naar aanleiding van mijn eerste blog over de situatie in Peru, ontving ik een mailtje met een prachtig aanbod. Een Nederlandse man liet weten dat ik bij zijn Peruaanse vrouw in Iquitos kon verblijven als het nodig was. Daar maak ik dankbaar gebruik van. Ik heb een eigen kamer met badkamer die grenst aan een prachtige bloementuin. Er lopen vier gezellige honden rond en de lieve vrouw des huizes legt me in de watten. Terwijl ik douche, maakt zij een heerlijke lunch klaar. Een douche mensen! Je weet wel, zo eentje met schoon, stromend water. Dat heb ik gemist in de jungle. Alles voelt ontzettend luxe: het toilet doortrekken, een spiegel en een gedweilde vloer. Wow. Wat ontzettend gul dat ik hier gebruik van mag maken als vreemde. En jeetje, wat stinken mijn spullen verschrikkelijk. Ik sla een canvas tas over mijn schouders en gooi ‘m direct weer van me af. In de jungle betekent hygiëne iets heel anders dan in de bewoonde wereld.

Een vlucht met een omweg

Diezelfde dag nog krijg ik nieuws van de Oostenrijkse ambassade. Vooralsnog lijkt de vlucht van 3 april van Iquitos naar Santiago de Chile naar Frankfurt gewoon door te gaan en sta ik op de passagierslijst. De vlucht naar Lima om zo de Nederlandse vlucht naar Amsterdam te nemen, lijkt er voorlopig niet in te zitten. Dus ik ga ervoor. Ze hopen de volgende dag goedkeuring te krijgen. Ik ga daarom naar de supermarkt om snacks voor op de vlucht in te slaan. Op de eerste KLM vlucht naar Nederland was er namelijk geen eten, omdat dat lastig te regelen was. De rij voor de supermarkt gaat de hoek van de straat om. Iedereen draagt mondkapjes en ook handschoenen. Bij de ingang wordt ieders temperatuur gemeten. Ik vrees het ergste, want met dat mondkapje, die zweethandschoenen en 35 graden raak ik sowieso al oververhit. Maar ik mag naar binnen. Er is nog veel te koop, maar verse spullen zijn schaars.

Boodschappen doen in Iquitos

’s Avonds krijg ik het goede nieuws dat de vlucht is goedgekeurd. Helaas is er geen plek voor alle gestrande Nederlanders in Iquitos. Ik voel me bijna schuldig over mijn verworven plekje. Op het moment van schrijven lijken de overgebleven Nederlanders (een mannetje of tien) op 8 april met een dure privévlucht naar Lima te worden gevlogen om daar direct over te stappen op de repatriëringsvlucht naar Amsterdam. Ik duim voor ze!

Reizen op mannendag

In de ochtend van 3 april moet ik vier uur voor de vlucht op het vliegveld zijn. Ook hiervoor krijg ik weer een salvoconducto. Er is namelijk een nieuwe uitdaging bijgekomen: Peru heeft vanaf 3 april mannendagen en vrouwendagen in het leven geroepen. De mannen mogen op maandag, woensdag en vrijdag de straat op, de vrouwen op dinsdag, donderdag en zaterdag. Op zondag moet iedereen thuis blijven. Het klinkt als een bizarre regel, maar het is best te verklaren. De regering wil minder mensen op straat. De maatregel op basis van geslacht is gemakkelijk te controleren. Panama is naar verluidt het eerste land dat deze regel invoerde, Peru volgt als tweede. Ik vraag me wel af hoe het in praktijk zal uitpakken. Het zijn namelijk altijd mannen die mototaxi’s besturen, en hoe zit het met kinderen?

Aankondiging mannendag en vrouwendag Peru

Ik moet dus op mannendag reizen, vandaar die salvoconducto. Ik vrees eerst nog dat niemand überhaupt voor me zal stoppen uit angst voor boetes. Binnen een paar minuten zit ik al zonder gedoe in een mototaxi. De dame bij wie ik verbleef stopt me een zakje met snoepjes toe en zwaait me uit. Ik hoop haar nog een keertje op te zoeken als dit allemaal weer voorbij is. Ik ben nog niet klaar met Peru.

Wachten, applaus en controles

Bij het vliegveld begint het grote wachten. Voor de entree zitten groepjes lotgenoten te wachten op wat er te gebeuren staat. Na een poosje mogen we door de entree. Onze namen worden afgestreept op een lijst en we nemen op stoeltjes en op de grond plaats in de vertrekhal. Ik onderteken een formulier van de Duitse regering met al mijn gegevens en toestemming dat ze de kosten op een later moment nog op me kunnen verhalen. Hoe hoog dat bedrag is, geen idee.

Het inchecken verloopt extreem langzaam. No way dat we allemaal ingecheckt zijn zodat we op het geplande tijdstip kunnen vertrekken. Het duurt allemaal zo lang omdat er maar drie balies open zijn en de medewerkers onze contactpersonen in noodgevallen moeten noteren. Die gekke Europese namen en adressen zijn een uitdaging voor hen. En sowieso: dit is Peru. Alles gaat langzamer. Na het inchecken volgt een korte medische keuring. Die stelt niet meer voor dan het opmeten van onze temperatuur. We dragen overigens allemaal mondkapjes op een paar eigenwijze mensen na. Vreemd genoeg zijn dat vooral oudere mensen.

Bij de gate geeft de Oostenrijkse ambassadeur een kleine speech. Er is een luid applaus om de vrijwilligers te bedanken en hij drukt ons op het hart dat als je iets echt wilt, zoals deze thuiskeer voor ons regelen, dat het je zal lukken. Hier en daar wordt een traantje gelaten. Dan mogen we het vliegtuig in. Ik zie zowaar een paar bekende gezichten. Een meisje dat een ayahuasca ceremonie bijwoonde bij mijn verblijfsplek en verdween zonder te betalen (vergeten, beweert ze als ik haar ernaar vraag), een Nederlandse Deen die een paar weken eerder bij een andere plek in de jungle verbleef en nog een jongen uit Duitsland.

In het vliegtuig heerst een uitgelaten, dankbare sfeer. En een nare geur. Pfiewwww, dat wachten in de hitte is niet best geweest. Verse zweetgeur vermengd zich met oud zweet dat voor eeuwig in kleding is getrokken. Daar is het mondkapje ook niet tegen bestand. In Santiago kunnen we direct overstappen op het volgende vliegtuig omdat we zo’n anderhalf tot twee uur vertraging hadden. Hier wordt opnieuw mijn temperatuur gemeten. In dit tweede LATAM vliegtuig voegen verschillende kleinere vluchten uit Peru zich samen. Het is zo’n 14 uur vliegen naar huis. We krijgen twee keer een plastic zak met daarin een flesje water en wat snacks. Verder is er geen service om het personeel zo veel mogelijk te beschermen.

Eenmaal in Duitsland mogen we in groepjes van dertig het vliegtuig verlaten. Voor sommige mensen is dit een lastig concept. Je kent vast wel van die types die zodra het vliegtuig de grond raakt hun veiligheidsriemen al los gooien, hun bagage uit het vak halen en naar voren rennen. Zelfs in deze unieke situatie zijn er een handjevol mensen die dat nodig vinden. Bij de paspoortcontrole treffen alle groepjes van dertig elkaar weer in de rij. De een houdt zich netjes aan de 1,5 meter afstand, de ander begrijpt het niet of negeert het.

Bij de douane laten ze mensen met een vervolgvlucht er niet uit. Zij moeten op het vliegveld blijven. Daar zit wel ook een hotel gelukkig. Ik vertel dat mijn broertje me komt ophalen. Dat lijken ze niet helemaal te vertrouwen en ze willen mijn broertje spreken. We bellen hem en hij kan bevestigen dat hij al op me staat te wachten. Nee, hij heeft geen grenscontrole gehad. Gelukkig klinkt hij als een betrouwbare jongen en de douaniers keuren het goed. Ze vragen me nog naar een probleem met mijn rijbewijs. Oh shit ja, ik had een rijverbod van een maand in februari vanwege een boete voor te dicht op iemand rijden toen ik op weg was naar Italië vorige zomer. Is dat serieus nu een probleem? Na wat getik en geklik op de computer gelukkig niet.

Thank you, gracias, bedankt!

Dus, na een hele lange, onaangenaam ruikende reis, kan ik mijn broertje eindelijk een knuffel geven en een lang gemiste cappuccino drinken. Mijn jungle avontuur is voorbij. Net op tijd, want Duitsland heeft inmiddels de grenzen met Nederland dichtgegooid. Heel veel dank aan de ambassadeteams van Nederland en Oostenrijk. En eeuwige dankbaarheid aan de Nederlands/Peruaanse familie die me zo heeft geholpen in Iquitos. Onwijs bedankt aan iedereen die me de afgelopen tijd berichtjes heeft gestuurd en met me meeleefde. Jullie updates over thuiswerken, supermarktbezoekjes en gewoon lieve woorden waardeer ik zo! Stay safe!

Aankomst in Frankfurt

Check ook mijn voorgaande blog over de situatie in Peru:

Reacties

  1. Woowhh, op het puntje van m’n stoel gezeten tijdens het lezen. Ik had een eerdere blog van je ook gelezen (via LinkedIn kwam ik erop). Wat een avontuur/herinneringen. Super fijn dat je veilig in Nederland bent. Welkom thuis!

    • Hey andere Kim! Dank je wel. Ben blij weer thuis te zijn, het was me wel een avontuur. Nu nog even bijkomen van de jetlag en wennen aan de situatie hier. Een vreemde thuiskomst.

  2. Wat fijn dat je weer veilig thuis bent gekomen Kim! En wauw, wat een avontuur de afgelopen maand, dat vergeet je nooit meer.

Schrijf een reactie