Diep in de jungle van Peru leef ik met het daglicht. Ik pas mijn ritme aan op de zonnige dagen en de donkere nachten. Dat gaat als vanzelf. Sommige dingen gaan niet vanzelf en vind ik lastiger te omarmen. Vooral hygiëne dingetjes. Maar dat is het allemaal waard om een tijdje door te brengen met een Shipibo familie en de jungle gemeenschap.
Een politieagent kijkt zo streng dat ik me een ondeugend kind van zes voel. Ik heb officiële documenten op zak die bewijzen dat ik legaal naar Iquitos mag reizen (want daar wacht hopelijk een vlucht naar huis). Bij het checkpoint op route word niet alleen ik flink onder de loep genomen, ook de Peruaanse vriend zonder officiële papieren. Gevaarlijke avonturen, mompelt hij steeds.