“It’s not about the destination, it’s about the journey.” Het is een bekende reisquote die in vele variaties online rondzwerft. In het geval van de Machu Picchu in Peru neem ik de quote voor waar aan en waag ik me aan de Inca Trail. Een pittige tocht van vier dagen die me letterlijke en figuurlijke ups en downs brengt. En ja, daar zijn beelden van. Van pure vreugde en slechte grappen tot zware vermoeidheid en hopeloosheid.
De voorpret van een reis begint met een reisgids. Ik vind het heerlijk om me alvast een beetje in te lezen en door een reisgids te bladeren. Maar die gidsen zijn soms best duur. Daarom bestel ik bijna al mijn reisgidsen bij een Engelse site: stukken goedkoper!
Huacachina is een onwerkelijk plek. Tussen de zandduinen ligt een natuurlijk meer met wat palmbomen. Huacahina in Peru is een heuse oase. Leuk voor een dagtrip, maar ook een ideale plek om langer te relaxen.
In Peru verbeter ik niet alleen mijn Spaans, ik leer ook een nieuwe taal. De taal van street art. Qua kennisniveau ben ik namelijk een echte ’toy’ in het wereldje: een beginner. Nu heb ik helemaal niet de ambitie om ooit een ‘king’ (een zeer gerespecteerde graffiti artiest) te worden, interessant vind ik het wel. Daarom neem ik in Lima een kijkje in de street art cultuur.
Cusco, of Cuzco, in Peru is de perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan de Machu Picchu en tours in de Sacred Valley. De stad is zelf ook de moeite waard. Plak dus zeker een dagje sightseeing in Cusco vast aan je drukke schema. In 8 uur tijd kun je al flink veel zien. Check deze dagplanner.
Op Facebook zie ik een paar foto’s voorbijkomen van bergen met een regenboogmotiefje. Daar moet ik heen! Gelukkig staat er een reisje naar Peru op de planning, dus de Rainbow Mountain gaat direct op de to do-lijst.